Het ADP-banengroeicijfer viel met een schamele 89.000 redelijk op deze week, maar de echte verrassing was toch wel de ISM Manufacturing Prices Paid Index. Die klapte vorige maand tegen alle verwachtingen – en massaal stijgende energieprijzen – in elkaar en dook naar een niveau van 43,8. Dat was bijna vijf punten lager dan de maand ervoor.
Bovenstaande grafiek laat de ISM Manufacturing Prices Paid Index zien, afgezet tegen de Amerikaanse headline inflatie. Op basis van het onmiskenbaar sterke verband tussen beide macro-variabelen zou de inflatie binnen zes maanden terug moeten vallen tot ongeveer of zelfs onder nul. Zeker als je in ogenschouw neemt dat de Priced Paid de maanden ervoor ook al op ‘deflatie-achtige’ niveaus bivakkeerde.
Terwijl beleggers, centrale bankiers en economen zich vooral richten op de plakkerigheid van de inflatie – die zich zeker nog de komende twee maanden alleen op basis van basiseffecten en hogere energieprijzen zal manifesteren – is het onderliggende beeld wellicht toch iets genuanceerder.
Ik bedoel: wie had in juni – minder dan vier maanden geleden – toen het inflatiecijfer van 6 procent voor mei werd gerapporteerd, kunnen vermoeden dat Nederland over september deflatie zou rapporteren. Immers, volgens de EU geharmoniseerde methodiek daalden de Nederlandse prijzen met 0,3 procent ten opzichte van een jaar geleden.
Nu spelen hier wel wat specifieke dingetjes, zoals het Nederlands energiebeleid, waardoor de energie-inflatie binnen het CPI-mandje piekte op meer dan 100 procent. Voor de Eurozone als geheel was dit ‘maar’ 40 procent.
Nog even terug naar Amerika. De ISM Services Prices Index bleef namelijk steken op 58,9. Maar zelfs dat zou een daling van de headline inflatie richting 2 procent niet in de weg hoeven te staan, getuige onderstaande grafiek.